begroting 2020

Uitgangspunten meerjarenraming

Uitgangspunten begroting 2020 tot en met 2023
De basis wordt gevormd door de begroting 2019 inclusief mutaties voorjaarsnota.

Ontwikkelingen lasten (stijgingspercentage)

Omschrijving

2020

2021

2022

2023

·         

Effecten salarissen:

Loonontwikkeling

3,00%

3,00%

3,00%

3,00%

Sociale lasten werkgever

0,50%

0,50%

0,50%

0,50%

·        

Uitgangspunt voor de toe te passen rentepercentages:

Aantrekken lang geld

1,50%

1,50%

1,50%

1,50%

Aantrekken kort geld

0,00%

0,00%

0,25%

0,50%

Bespaarde rente

2,65%

2,89%

2,92%

2,95%

Rente nieuwe investeringen

2.50%

2,50%

2,50%

2,50%

Rente bouwgrond

1,91%

2,05%

2,03%

2,05%

Renteomslag

2,50%

2,50%

2,50%

2,50%

·       

Gemeenschappelijke regelingen en grote gesubsidieerde instellingen

gemiddelde jaarlijkse verhoging

3,00%

3,00%

3,00%

3,00%

Tenzij de GR of de gesubsidieerde instelling zelf met een meerjarenbegroting komt. Dan wordt deze aangehouden.

·        

De verwachte prijsontwikkeling van de niet direct te beïnvloeden tarieven van derden worden opgenomen: 

Dit betreft onder andere: meerjarige contracten, vervangingsinvesteringen, onderhoud gebouwen, materieel, stroom, gas, water, olie, benzine, premies voor verzekeringen, waterschapslasten en belastingen en heffingen.

·         

Het kabinet heeft ook aangekondigd dat de btw-sportvrijstelling met ingang van 2019 zal worden gewijzigd. De wijziging van de sportvrijstelling heeft gevolgen voor de aftrek van btw voor onze sportaccommodaties en zwembaden. Wij hebben diverse sportproducten. Deze aanpassing heeft forse gevolgen voor onze lasten. Hiertegenover staat dat wij ook geen btw meer hoeven af te dragen op onze baten. Toegezegd is dat wij deze meerkosten kunnen declareren. De betreffende budgetten zullen verhoogd worden met de btw en wij zullen een stelpost opnemen om deze meerkosten te kunnen declareren.

·         

De btw-sportvrijstelling is met ingang van 2019 gewijzigd. De wijziging van de sportvrijstelling heeft gevolgen voor de aftrek van btw voor onze sportaccommodaties en zwembaden. Wij hebben diverse sportproducten. Deze aanpassing heeft forse gevolgen voor onze lasten. Hiertegenover staat dat wij ook geen btw meer hoeven af te dragen op onze baten. Toegezegd is dat wij deze meerkosten kunnen declareren. De betreffende budgetten zullen verhoogd worden met de btw en wij zullen een stelpost opnemen om deze meerkosten te kunnen declareren. Of het uiteindelijk budgettair neutraal uitpakt is nog niet te overzien.

Ontwikkelingen baten (stijgingspercentage)

Omschrijving

2020

2021

2022

2023

·         

Gemeentelijke belastingen

OZB voor 2019 

1,40%

2,00%

2,00%

2,00%

Forensen 

1,40%

2,00%

2,00%

2,00%

·         

Toeristenbelasting wordt berekend door aantal overnachtingen keer € 1,30. Het tarief per overnachting blijft ongewijzigd.

·         

Het tarief voor de afvalstoffenheffing is gebaseerd op een volledige kostendekking inclusief het verdisconteren van de kwijtschelding.

·         

Het kostendekkend tarief van de rioolheffing wordt vastgesteld vanuit het Watertakenplan inclusief het verdisconteren van de kwijtschelding.

·         

Kostendekkende leges voor de omgevingsvergunning.

·         

Kostendekkende leges Lijkbezorgingsrechten voor de door te berekenen kosten. 

·         

Overige belastingen en leges

2,00%

2,00%

2,00%

2,00%

(Meerjarig)begrotingsresultaat

In de onderstaande tabel staat de meerjarige prognose (periode 2020 tot en met 2023) voor de onvoorziene uitgaven.

Bestedingsruimte (basis)

2020

2021

2022

2023

Onvoorziene uitgaven

25

25

25

25

 
Meerjarenraming 2020-2023

In de perspectiefnota hebben wij u een voorlopig meerjarig resultaat gepresenteerd.
Op grond van de laatste geactualiseerde cijfers ontstaat het volgende meerjarig resultaat.

 

2020

2021

2022

2023

Bestedingsruimte

0

0

0

0

Aanwezige ruimte in de begroting

514

238

-195

59

Totaal beschikbaar

514

238

-195

59

Hierbij is rekening gehouden met de effecten van het voorgestelde bestedingswensen zoals opgenomen in het uitvoeringsprogramma "Naoberkracht Midden in Drenthe" en de perspectiefnota.

Financieel toezicht

Van de provincie ontvingen wij Drenthe het Gemeenschappelijk financieel toezichtkader (GTK 2020) en de Begrotingscirculaire 2020-2023 voor gemeenten. Het GTK is een uitwerking van het wettelijk kader (artikel 203 van de Gemeentewet) voor het financieel toezicht op decentrale overheden.
Naast het GTK informeren zij ons jaarlijks, door middel van de begrotingscirculaire, over speerpunten rondom de besluitvorming over de beoordeling van de eerstkomende (meerjaren)begroting. Voor het financieel toezicht in 2019 voor de begroting 2020 van de gemeenten zijn dit onder andere het realistisch ramen en de ontwikkelingen van de budgetten in het sociaal domein.

Een belangrijke wijziging ten opzichte van het vorige GTK is dat de toezichthouders gaan werken met een uniforme toetspuntenlijst. Op basis van een aantal uniforme toetspunten kan de toezichthouder snel vaststellen of een gemeente voor het komende jaar onder repressief (regulier) toezicht kan worden geplaatst en/of eventueel nader onderzoek nodig is. Met deze werkwijze is een eerste aanzet gedaan om het toezicht transparanter te maken en meer risicogericht en proportioneel.

Het uitgangspunt is dat gemeente in aanmerking komt voor het repressief toezicht. Daarbij voldoen wij aan:

  • De (meerjaren) begroting 2020-2023 dient naar het oordeel van Gedeputeerde Staten structureel en reëel in evenwicht te zijn. Dit checken zij met behulp van een toetspuntenlijst.
  • De vastgestelde jaarrekening 2018 en de begroting 2020 moeten tijdig, respectievelijk vóór 15 juli en 15 november 2019, aan Gedeputeerde Staten zijn ingezonden.

Het centraal uitgangspunt in het financieel toezicht van de provincie is dat er een structureel en reëel evenwicht is in de (meerjaren)begroting.
Als structurele lasten gedekt zijn door structurele baten is er sprake van structureel evenwicht. Dit geldt per jaarschijf. Hiervoor is het van belang dat uit de begroting duidelijk blijkt welke geraamde baten en lasten structureel van aard zijn en welke incidenteel. Het overzicht van de geraamde incidentele baten en lasten en van de beoogde structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves zijn hierbij van groot belang .
Het reëel evenwicht houdt in dat de ramingen volledig, realistisch en haalbaar zijn.

Bepalen van het structureel en reëel evenwicht

Bij het toetsen door de provincie spelen de volgende onderwerpen een rol:

  • De inkomsten uit de algemene uitkering uit het gemeentefonds.
  • Incidentele baten en lasten
  • Bezuinigingen, ombuigingen en taakstellingen die in de begroting en/of meerjarenraming zijn opgenomen worden beoordeeld op hardheid en haalbaarheid (realiteit van de ramingen).
  • Taakstellingen verbonden partijen.
  • Inzicht in onderhoud kapitaalgoederen.
  • Bezuinigingen op onderhoud kapitaalgoederen.
  • Grondexploitaties.
  • Weerstandsvermogen en risicobeheersing .

Jaarlijks voor 1 januari van het betreffende jaar besluit de provincie op onze gemeente onder repressie of preventief toezicht valt. Tot op heden vielen wij onder repressief toezicht. We hebben ook geen signalen dat dit voor 2020 anders zal gaan worden.