Uitgangspunt
Wij willen door middel van grondbeleid zorgen voor een gezonde bouwgrondexploitatie waarmee we inspelen op de markt, de doelstellingen van ruimtelijk beleid mogelijk maken, voldoen aan wet- en regelgeving en waarbij sprake is van een toekomstbestendig beleid.
Wet- en regelgeving
Een belangrijk onderdeel voor de actualisatie van de bouwgrondexploitatie zijn de regels van de commissie Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Voor de bouwgrondexploitaties worden notities uitgebracht waarin stellige uitspraken zijn opgenomen. Zodra nieuwe regelgeving van kracht is, wordt deze geïmplementeerd.
Het pakket aan maatregelen dat vanaf 2016 voor de grondexploitatie van kracht is geworden zorgt er in zijn algemeenheid voor dat voldoende rekening wordt gehouden met het voorzichtigheidsbeginsel en dat risico’s beter kunnen worden beheerst. De volgende maatregelen zijn in het wijzigingsbesluit en de Notitie Grondexploitaties opgenomen:
- aanscherping van de definitie van grondexploitatie: eliminatie investeringen, lasten en te treffen voorzieningen die (te) ver verwijderd zijn van de feitelijke productie van bouwgrond;
- beperking van de looptijd tot 10 jaar. Als de looptijd toch langer dan 10 jaar is dan wordt na 10 jaar geen loon- en prijsontwikkelingen meer meegenomen;
- kostentoerekening conform WRO/BRO;
- jaarlijkse herziening/actualisatie van de grondexploitatie(begroting);
- verbod op het toerekenen van rente over het eigen vermogen.
Verder is bepaald dat vanaf 2017 tussentijds winst moet worden genomen bij lopende exploitaties op basis van de methode percentage of completion (Poc-methode). Deze methodiek sluit aan bij het bedrijfsleven waarbij rekening is gehouden met de bijzondere kenmerken van de gemeentelijke grondexploitaties. De methode is eenvoudig toepasbaar en kan eenduidig worden gehanteerd.
In juli 2019 is de notitie Grondbeleid in begroting en jaarstukken gepubliceerd. Daarbij zijn niet alleen de bestaande notities over grondexploitatie en faciliterend grondbeleid aangevuld en geactualiseerd, maar zijn ook hoofdstukken toegevoegd over het belang van het grondbeleid voor raadsleden en over de paragaaf grondbeleid en de overige paragrafen. Hiermee wordt specifiek ingegaan op de informatiebehoefte voor de raad.
Vennootschapsbelasting
Sinds 1 januari 2016 valt de gemeente onder de vennootschapsbelasting. Dit houdt in dat een fiscaal resultaat bepaald moet worden. Over de gerealiseerde winst moet vennootschapsbelasting betaald worden.
Hierbij nemen wij in acht dat de BBV-regels per definitie niet gelijk zijn aan de fiscale regels.
In de 2e helft van 2019 heeft de gemeente met de belastingdienst een Vaststellingsovereenkomst in het kader van vooroverleg Midden Drenthe afgesloten. Hierin is de fiscale openingsbalans voor het bepalen van de te betalen VPB vastgelegd.