1. Inleiding
Opzet hoofdstuk Financiën
We bouwen, zoals gezegd, verder op de gegevens uit de Perspectiefnota.
Eerst laten we structurele en incidentele cijfers in overzichten zien. Aangevuld met wat er na de Perspectiefnota is veranderd.
Daarbij geven een korte toelichting op de veranderingen. In de toelichting gaan we iets uitgebreider aandacht aan de keuzes die we als gemeente kunnen maken op basis van de meicirculaire.
Kort gaan we in op mogelijke effecten van marktontwikkelingen.
Tot slot geven we aandacht aan de nieuwe nota reserves en voorzieningen.
Financieel beleid
De actuele meerjarenraming laat per saldo een structurele ruimte zien van iets minder dan € 70.000.
Binnen die ruimte kunnen we als gemeente, zoals de cijfers er nu uitzien, alle plannen waarvoor u al middelen beschikbaar heeft gesteld, ook uitvoeren.
Er zijn ook plannen die we al wel voorbereiden maar waarvan we de uiteindelijke kosten nog niet weten. Zodra bekend is hoeveel die plannen kosten, vraagt dat op dat moment van u om een afweging van de noodzakelijke en beschikbare middelen. Dat geldt ook wanneer u nieuwe wensen heeft: het is noodzakelijk daarbij de dekking aan te geven.
Aan de andere kant zien we als college op dit moment geen aanleiding om in bestaand beleid in te grijpen en te bezuinigen. Niet alleen dwingen de cijfers ons daar niet toe. Maar de komende maanden en jaren kunnen er ook ontwikkelingen zichtbaar worden die een positief effect hebben op onze financiële positie. We zullen u daarover blijven informeren.
Concreet voorbeeld: de precieze effecten van de septembercirculaire zijn bij het opstellen van deze begroting nog niet bekend. We gaan u in een aparte brief daarover informeren, zodat u daar bij de behandeling van de begroting wel mee kunt rekenen.
2. Overzichten en toelichting
In de Perspectiefnota 2020 staan overzichten van onze financiën van 2020 tot en met 2023. Die overzichten staan hieronder nog een keer.
We hebben er één categorie bij gezet: veranderingen tussen de Perspectiefnota 2020 en de Begroting 2020.
3. Effect aangenomen motie
In de raadsvergadering van 7 november 2019 heeft de raad de motie project Up2You unaniem aangenomen. Op grond hiervan wordt 1 keer per 3 jaar voor dit project een bedrag van € 20.000 beschikbaar gesteld. Dit bedrag wordt gevonden binnen de exploitatie (€ 10.000) en € 10.000 in het saldo van de begroting.
Structurele ruimte
| 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|
Bestedingsruimte vóór de perspectiefnota | 263.538 | 362.777 | 231.367 | 188.658 |
Wensen in de perspectiefnota | ||||
Moek en Doek | -30.000 | -30.000 | -30.000 | -30.000 |
Trappen zwembaden | -4.225 | -4.225 | -4.225 | -4.225 |
Bestedingsruimte na de perspectiefnota | 229.313 | 328.552 | 197.142 | 154.433 |
Veranderingen na de perspectiefnota | ||||
Gemeentefonds | 223.199 | -67.651 | -390.465 | -318.455 |
Salarissen | 235.858 | 33.212 | 2.193 | 32.795 |
Kapitaallasten | 26.803 | 143.870 | 127.540 | 240.208 |
Doorrekeningen heffingen | 59.344 | 74.190 | 79.040 | 74.851 |
Saldo mutaties | 114.045 | 60.495 | 84.572 | 109.955 |
Sociaal domein | -364.530 | -334.864 | -294.867 | -224.815 |
Motie Up2You | -10.000 | -10.000 | ||
Bestedingsruimte per saldo | 514.032 | 237.804 | -194.845 | 58.972 |
[1] De rij ‘niet-cumulatief’ betekent: welk bedrag resteert er in het volgende jaar, als de gemeente de bestedingsruimte in het lopende jaar helemaal opmaakt. Anders gezegd: als de gemeenteraad in 2020 en 2021 alle ruimte opmaakt, is er de jaren erna een tekort
Gemeentefonds
Hier hebben we de effecten van de meicirculaire verwerkt.
Op één onderdeel gaan we iets dieper in. Het Rijk heeft namelijk voor drie jaren extra middelen voor de Jeugdhulp beschikbaar gesteld. Normaal gesproken zouden we die inkomsten dus ook maar drie jaar mogen opnemen in onze meerjarenraming. Tegelijk heeft het Rijk aangegeven dat het wel de bedoeling is om die middelen structureel te maken. Daarom hebben we ervoor gekozen die inkomsten structureel in onze meerjarenraming op te nemen.
Salarissen
In onze meerjarenraming hebben we een aanname gedaan over de ontwikkeling van de cao-lonen. De recent afgesloten cao laat lagere lonen zien dan waar wij mee gerekend hadden. Dat levert dus een voordeel op in de gemeentebegroting.
Kapitaallasten
De lage rentestand werkt ook door in de gemeentebegroting. De rekenrente die we zelf hanteren is van 3% naar 2,5% gegaan.
Doorrekening heffingen
De leges voor afval en riool zijn kostendekkend. Omdat we daar meer kosten voor maken, rekenen we die meerdere kosten toe aan de heffingen. Wat binnen de begroting dan een voordeel oplevert.
Saldo mutaties
Tussen het moment dat we de perspectiefnota opstellen en het moment dat we de cijfers in de concept begroting opnemen, veranderen er nog weer zaken: we nemen besluiten, er komt nieuwe informatie over cijfers en aantallen, we repareren zo nu en dan een fout bedrag. Al die veranderingen bij elkaar, leiden tot een positief saldo.
Sociaal domein
Op dit onderdeel geven we een uitgebreidere toelichting.
Toen het Rijk de nieuwe taken op het sociaal domein (vooral Jeugdhulp en WMO) aan de gemeenten opdroeg, heeft u als gemeenteraad een belangrijk uitgangspunt geformuleerd. U koos namelijk voor een zachte landing. Dat betekende: de overgang moest zo verlopen dat inwoners er niet de dupe van mochten worden. Bovendien wilde u ervaring opdoen met deze nieuwe taken. Op voorhand was namelijk heel erg moeilijk in te schatten om hoeveel inwoners en hoeveel kosten het zou gaan.
Daarom heeft u destijds een aantal maatregelen genomen.
- In de eerste plaats heeft u een eigen definitie gekozen voor wat onder het sociaal domein valt. Niet alleen de nieuwe taken en het nieuwe geld, maar ook een deel van de al bestaande taken en middelen heeft u daaronder gerekend.
- In de tweede plaats heeft u het geld voor het sociaal domein beschouwd als één geheel. Als u op het ene deel tekort kwam, loste u dat met een overschot op het andere deel op. Het meest duidelijk blijkt dat al enkele jaren in de verhouding Jeugdhulp-WMO: op de Jeugdhulp komen we als gemeente financieel tekort, op de WMO houden we over, dat WMO overschot zetten we in om het tekort op de Jeugdhulp op te lossen.
- In de derde plaats heeft u de inkomsten van het Rijk, samen met het geld dat voor het sociaal domein al in de begroting zat, taakstellend gemaakt. Anders gezegd: in de begroting bent u er telkens van uit gegaan dat we alles wat we aan inkomsten kregen, ook weer zouden uitgeven. Gingen de inkomsten omlaag, dan stelden we ook de uitgaven naar beneden bij, en omgekeerd.
- In de vierde plaats heeft u het positieve saldo in het sociaal domein telkens toegevoegd aan de Conjunctuurreserve. Voor een tekort op het sociaal domein kon u dan weer een beroep op die reserve doen.
Inmiddels wordt de noodzaak voor deze bijzondere aanpak van het sociaal domein minder. Op een paar onderdelen wordt dat zichtbaar. Zo gaat het geld van het Rijk steeds meer als gewone middelen naar de gemeenten. Ook krijgen we meer zicht op hoe aantallen en bedragen zich ontwikkelen. Met andere woorden: er is aanleiding om voor het sociaal domein net zo te begroten als we in de rest van de begroting doen: op basis van realistische ramingen de verwachte uitgaven begroten en daarvoor de middelen beschikbaar stellen.
De meicirculaire onderstreept het belang van deze verandering. In die circulaire wordt duidelijk dat we een fors bedrag aan extra inkomsten krijgen voor het sociaal domein. Als we die – zoals we tot nu toe deden – volledig taakstellend doorvertalen in de uitgaven, leidt dat tot een meerjarig tekort op de begroting. Maar als we realistisch ramen, stijgen uitgaven minder.
Om die reden hebben we gekozen voor het realistisch ramen van de uitgaven in het sociaal domein. Dat leidt tot het in de tabel opgenomen hogere bedrag aan uitgaven. Nogmaals: dat bedrag zou dus nóg hoger zijn geweest, als we taakstellend blijven begroten.
Incidentele ruimte
openbare ruimte | woon- en leef-omgeving | conjunctuur-reserve | overige vrije reserves | totaal geraamd eind 2021 | |
---|---|---|---|---|---|
Saldo vóór de perspectiefnota | 524.613 | 383.136 | 2.130.097 | 142.742 | 3.180.588 |
Wensen in de perspectiefnota | |||||
Visieplan Hooghalen | -40.000 | ||||
Vergroenen A.M. Sorghstr | -7.000 | ||||
Evenemententerrein Smilde | -35.000 | ||||
Visieplan Smilde | -100.000 | ||||
Boomhut battle | -25.000 | ||||
Pilot social media | -20.000 | ||||
Toevoeging incidenteel | 46.412 | ||||
Saldo ná perspectiefnota | 524.613 | 202.548 | 2.130.097 | 142.742 | 3.000.000 |
Veranderingen na de perspectiefnota | |||||
Vervallen toevoeging | -46.412 | -46.412 | |||
Actualisatie reserves | 178.023 | 751.831 | 26.675 | -142.742 | 813.787 |
Saldo in begroting 2020 | 702.636 | 907.967 | 2.156.772 | 0 | 3.767.375 |
Toelichting incidentele ruimte
Toevoeging
Bij de Perspectiefnota gingen we er nog van uit dat we een toevoeging moesten doen om de Conjunctuurreserve op peil te houden. Nu we de cijfers geactualiseerd hebben, blijkt dat niet meer nodig.
Actualisatie reserves
In de afgelopen maanden zijn we, ter voorbereiding op de begroting, alle cijfers nog een keer doorgelopen. Dat leidde op enkele onderdelen tot aanpassingen en correcties. De resultaten hebben we hier opgenomen. Ook hebben we daar het effect van de Najaarsnota 2019 in verwerkt.
4. Marktontwikkelingen
De prijzen in met name de ‘harde’ sector (wegen, gebouwen e.d.) zijn de afgelopen periode sterk gestegen. Dat kan leiden tot duurdere aanbestedingen. We hebben dat in de Perspectiefnota al aangestipt.
Aan de andere kant is er de recente uitspraak van de Raad van State over de beperking van stikstof-uitstoot. Dat zal tot vertraging leiden in veel (wegen)bouwprojecten. Dat kan dan weer een gunstig effect hebben op de prijzen bij aanbestedingen.
In de afgelopen zomer hebben we alle investeringsbudgetten beoordeeld. Op basis van de huidige informatie hebben wij het beeld dat over het algemeen de budgetten per saldo voldoende zijn.
Wel hebben we zorg over de toereikendheid van budgetten voor duurzaamheidsprojecten, de aanleg van een aantal nieuwe fietspaden en stijgende verzekeringspremies.
We zullen zowel bij de exploitatie- als bij de investeringsbudgetten de vinger aan de pols houden. Als zich daarbij bijzonderheden voordoen, zullen we u dat als gemeenteraad meteen melden.
Samengevat: op dit moment is er geen aanleiding om vanwege marktontwikkelingen extra financiële maatregelen te nemen.
5. Nota reserves en voorzieningen
We zijn – op het moment dat we deze aanbiedingsbrief schrijven – bezig met een voorstel voor een nieuwe nota reserves en voorzieningen. We zullen u die nota aanbieden vóór de behandeling van de begroting 2020.
Dat betekent dat beide stukken (nota en begroting) elkaar kruisen. We sluiten in deze begroting aan bij de volgorde van de besluitvorming in de raad. Dat betekent dat we in de concept begroting nog niet vooruitlopen op de nieuwe nota reserves en voorzieningen.
Wel zullen we – na vaststelling van die nota – de inhoud daarvan alsnog verwerken in de begroting. Dat is dan alleen nog niet zichtbaar in de begrotingsstukken die u begin november bespreekt.