1. Lasten voor inwoners en bedrijven
De onroerendezaakbelasting (OZB), de afvalstoffenheffing en de rioolheffing noemen we samen onze lokale lasten. Inwoners, instellingen en bedrijven moeten die belastingen en heffingen aan de gemeente betalen.
Er zijn nog meer bedragen die mensen aan de gemeente moeten betalen. Bijvoorbeeld voor het aanvragen van een paspoort of een vergunning. Die kosten noemen we leges. Het gaat daarbij dus om de betaling voor een dienst of product voor een inwoner, instelling of bedrijf. Daarom tellen we deze betalingen niet mee bij de lokale lasten. De kosten van leges kunnen nooit hoger zijn dan de werkelijke kosten.
2. OZB
Voor de OZB hanteren wij de afspraken zoals vastgelegd in het coalitieakkoord. Voor de begroting 2020 geldt het percentage zoals genoemd in de CBS-prognose van maart 2019, te weten 1,4%. Op de OZB-tarieven passen we dus in 2020 de inflatiecorrectie van 1,4% toe.
3. Afvalstoffenheffing en rioolheffing
Voor de tarieven rioolheffing bouwen we verder op het beleid dat in 2016 is ingezet. De tarieven blijven daarom gelijk.
Volgend jaar zal een nieuw meerjarig watertakenplan duidelijk moeten maken hoe de tarieven zich de komende jaren verder gaan ontwikkelen.
De tarieven voor de afvalstoffenheffing gaan in 2020 met € 7 omhoog. Deze verhoging is nodig om kostendekkend te blijven werken. De verhoging dekt de structurele kosten.
De incidentele kosten voor 2020 bekostigen we uit de egalisatiereserve. De egalisatiereserve is voldoende om deze incidentele en onverwachte kosten op te kunnen vangen.
In 2020 starten we met het proces om te komen tot nieuw afvalstoffenbeleid. Hierin zullen we onder andere de evaluatie van het beleid 2016-2019 en de landelijk trends en ontwikkelingen meenemen.